Spelenderwijs verbinden en hechten

Spelenderwijs verbinden en hechten

Verbondenheid of hechting: tijdens de zwangerschap en bij de geboorte zijn moeder en kind letterlijk door de navelstreng met elkaar verbonden. Dat is een natuurlijk gegeven. Maar ‘hechting’ staat ook voor de vertrouwensband tussen opvoeder en kind. Een band die groeit en wordt versterkt door fysieke geborgenheid en emotionele betrokkenheid.

De eerste fysieke hechting gebeurt wanneer het kindje na de geboorte op de buik van de ouder wordt gelegd. Huid- op huidcontact: knuffelen, het kindje dicht tegen je aanhouden of dragen, kusjes geven, of later samen turnen, stoeien… bevorderd zeer sterk de hechting. Een positief hechtingsproces dat ontstaat in het eerste levensjaar leidt tot een duurzame affectieve relatie tussen het kind en één of meer opvoeders.

Aangeboren gedrag

Maar wist je dat het gedrag voor hechting ook is aangeboren? Een baby vertoont namelijk van nature zelf hechtingsgedrag: door te lachen, brabbelen, huilen, zuigen, grijpen of de handjes te reiken vragen ze aan je om te reageren. Er ontstaat een wisselwerking tussen het kind en de opvoeder. Als een baby huilt probeert de opvoeder te achterhalen wat er aan de hand is: heeft het kindje honger, pijn, een volle luier of is het geschrokken van een hard geluid?

Door gepast te reageren op de behoeften van het kind en te bieden wat het op dat moment nodig heeft, ontstaat er een hechtingsband: het kind kan er op vertrouwen dat het veilig is en steeds kan terugvallen op iemand die voor hem zorgt. Een goede band tussen kind en opvoeder stimuleert actief de hersenontwikkeling en zorgt voor vertrouwen in zichzelf, anderen en de wereld.

Dagelijks dichter naar elkaar toe groeien

Ieder kind hecht zich, maar de manier waarop dit gebeurt is verschillend. Hoewel het eerste levensjaar cruciaal is, blijkt in tegenstelling tot wat men vroeger dacht, hechting een proces te zijn dat zich een leven lang blijft ontwikkelen én dus niet beperkt is tot het eerste levensjaar. Hechting bevorderen kan elke dag. Iedereen, van (pleeg)ouders, leerkracht tot therapeut of familieleden, kan hieraan bijdragen. Spelenderwijs. Door elke dag opnieuw samen te ontdekken, te beleven en samen te spelen.

 
1022

Hechting bevorderen

Om tot een veilige gehechtheid te komen zijn speels contact en spel belangrijke middelen. Kinderen leren en ontwikkelen zich via spel, maar ook het onderling contact groeit, net als het vertrouwen in elkaar en in jou als opvoeder. Samen een spelletje spelen versterkt aanzienlijk de band tussen opvoeder en het kind, vergemakkelijkt het samenwerken in het dagelijkse leven, het kind stelt zich meer open, deelt meer over zichzelf en zijn gevoelens.

3x zelf uitproberen

KIEKEBOE

Voor de allerkleinsten, het alom bekende kiekeboe-spelletje. Het is een eenvoudig spelletje maar wel één van de betere om hechting te stimuleren. Doordat je je gezicht achter je handen verstopt en plotseling weer tevoorschijn komt, leert het kind dat wanneer je ‘even weg bent’ je ook weer terugkomt.

1024

OP DE RUG TEKENEN

Laat het kind op zijn buik liggen (op een kussen, de zetel of het bed). De rug van het kind is de oven, jij maakt de pizza. Leg uit wat je doet:

  • “Ik maak nu het deeg op jouw rug” (teken grote cirkeltjes op de rug van het kind).
  • “Nu voeg ik de tomatensaus toe” (rustige tikjes geven).
  • “Ook nog wat kaas erbij.” (driehoekjes tekenen).
  • “De pizza gaat nu de oven in” (het kindje rustig tikkelen).

Een variant voor de iets oudere kinderen: ga achter het kind zitten, zodat het kind met zijn rug jou toe zit. Teken met je vingers wat op de rug van het kind. Het kind moet raden wat het voelt. Draai de rollen eens om.

1023

EEN CADEAUTJE!

Pak je kind in. Je kan het zo gek nog niet bedenken. Gebruik leuke materialen zoals lintjes, stofjes of zelfs echt inpakpapier. Of simpel, wikkel je kindje in een deken. Neem de tijd en benoem wat je doet: “Voila, nu ‘plak’ ik het cadeautje toe. Nu nog een mooie strik eromheen, klaar!” Dit stimuleert op een leuke manier lichamelijk contact. Het pakketje moet natuurlijk ook weer uitgepakt worden. Overdrijf hierbij; “Oh wat ben ik blij met dit cadeautje” of “Ik had mij geen beter cadeau kunnen inbeelden, wat mooi!”. Zo voelt het kind zich bijzonder en gezien.

1021

Extra speeltips:

  • Neem de tijd om actief met elkaar te spelen. Maak je hoofd vrij als je met het kind bezig bent.
  • Wees oprecht enthousiast. Zo verhoog je het spelplezier en ook de therapeutische waarde van het spelcontact.
  • Toon dat je er zin in hebt om samen te spelen en spreek dit uit. “Ik heb echt zin om dit spelletje met jou te spelen. Laat ons beginnen!”.
  • Hou rekening met de wensen en de grenzen van het kind. 
  • Kinderen hebben zowel de behoefte aan leiding als aan autonomie. Geef leiding in het spel, zonder de leiding (over) te nemen. Dat is iets heel anders. Je kan door bewust controle aan het kind te geven, toch leiding geven. Bijvoorbeeld, “We gaan ons verkleden, jij mag kiezen in wat!”.